Welkom! Programmamaker, schrijver en documentair journalist Michiel Driebergen (32) werkt voor Radio 1 en landelijke dag- en weekbladen. Enkele maanden per jaar woont hij in Lemberg / Lviv / Lwów / Lvov (west-Oekraïne), als chroniqeur van de terugkeer van Midden-Europa. Afgelopen jaar verscheen het boek "De Joden van Lemberg". Werkt momenteel aan een boek over de toekomst van Lviv. Luister, huur me in voor een opdracht, of als stadsgids: mdriebergen AT hotmail.com 0038 098 316 3233 of @3bergen

zondag 30 juni 2013

Tram 2

Maar alsjeblieft, ga ook buiten de centrumring kijken. Stap op het Marktplein op Tram 2. Dan ervaar je hoe uitgestrekt het UNESCO gebied is, maar ook hoe reusachtig de oude stad daar nog buiten. Ga tot het eind van Lychakivs’ka straat, nabij de beroemde Poolse begraafplaats. Daar heb je een Botanische Tuin en lange lanen met antieke academiecomplexen en herenhuizen. Als je terugtramt, dwars door het centrum naar het andere eindpunt, dan ontdek je achter de oude Poolse stadspaleizen het Park Piskovi Ozera, met wuivende bomen, zonnende dames en vissende heren op het gras. Lviv is een goede, menselijke stad. Waar mensen hun best op hebben gedaan, en waar groene longen zuurstof geven.

zaterdag 29 juni 2013

Nr. 1 To See Now

Grote aantallen West-Europese bezoekers zijn er nog niet, maar lang duurt dat niet meer. Deze week werd Lviv zelfs door de redacteuren en de leden van reiswebsite VirtualTourist op nummer 1 gezet van de ‘Top 10 European Cities To See Now’. Lviv is de perfecte stad voor een weekendje uit, is de conclusie. Niet alleen het plein en de omliggende straten worden geprezen, ook de binnenplaatsen zijn omgetoverd tot adembenemende hotspots voor toeristen. Zoals dit terras van Львівська копальня кави, ofwel de Coffee Manufacture. In het doolhof van ondergrondse gangen onder het café is een ‘koffiemijn’ ingericht, waar koffie wordt ‘gedolven’. Eenmaal boven worden de bonen voor je ogen gemalen en gebrand.

vrijdag 28 juni 2013

Leve de Duitsers

Vandaag waren ze hard aan het werk op het marktplein. Twee studenten en een leraar. Duitse vaklui, die met verstand hun handen gebruiken. Voor Duitsers is Midden-Europa namelijk om de hoek. Met pijn in het hart zagen zij de Lembergse gebouwen afbrokkelen. Er moest iets gebeuren. En dus zette de Deutsche Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit (GIZ) een stevig renovatieprogramma op, gericht op essentiële zaken. Daken, gevels en binnenplaatsen. Elders op het Rynok staat een tent, met meertalige uitleg over de projecten, workshops hoe je gebouwen renoveert en grondige informatie over de geschiedenis van de stad. Leve de Duitsers. Hoe de Drang nach Osten een stad gaat redden - op het nippertje.

donderdag 27 juni 2013

Horodotska

Afgelopen maandagochtend waren de mensen het opeens zat. Hoog tijd die vermaledijde Horodotska eens te repareren; de keien en de tramrails weer begaanbaar te maken. Roadblocks werden geplaatst en auto’s weggesleept. Chaos alom natuurlijk; de belangrijkste verkeersader opeens afgesloten! Auto’s raken het spoor bijster, de busjes rijden een compleet andere route. Maar de voetgangers zijn blij; de Horodotska oversteken betekent normaalgesproken je dood! De winkeliertjes gooien allemaal spontaan hun deuren open - geen smog en lawaai. Op Facebook ontstaan nu hele discussies of er bomen moeten worden geplant langs de nieuwe straat. Wordt de Horodotska een groene laan zonder gaten? Het lijkt ondenkbaar.

woensdag 26 juni 2013

Leeuwenstad (2)

<< Zie de stad, zo’n tweehonderd jaar geleden. Beheerst door de Keizer, bewoond door Polen, Joden en Oekraïners. Vandaag kun je nagenoeg dezelfde maquette maken. Rechts de roomwitte Roomse ‘Poolse’ Kerk. Links de zeventiende-eeuwse toren van de stokoude Armeense Kerk. Boven de toren van de Orthodoxe Kerk; links daarvan is nu de grootste Grieks-Katholieke Kerk, rechts daarvan (in het bovenste puntje) de kantelen van de Gouden Roos Synagoge, nu een ruïne. Deze zomer mijd ik voor het eerst het gedeelte binnen de stadsring, omdat het zo druk is. Maar 's winters of 's ochtends heel vroeg is het er fabelachtig. Dan wandel je door het ongeschonden Midden-Europa. Toeristische kaart!

dinsdag 25 juni 2013

Leeuwenstad (1)

Twee heuvels. En liefde, van een vader voor zijn kind. De Roetheense vorst Danylo bouwt een burcht voor zoon Lev. Leopolis, Leeuwenstad. Nadat de Mongoolse horden zijn uitgeraasd, voegen de Polen de Roetheense grond onder hun reusachtige Europese bestuursmacht. Het naastgelegen dorp aan het riviertje de Poltva wordt ommuurd en in steen gegoten. Lemberg wordt een handelsstad, gelegen aan de Via Regia van Kiev naar Santiago de Compostela. De reiziger vindt er onderdak, de handelaar een markt, koopmanshuizen verrijzen aan het marktplein. Na de Poolse delingen verfraaien en hernieuwen de Habsburgers de stad. De Joden cultiveren hun kosmopolitische geest met theaters en warenhuizen. >>

maandag 24 juni 2013

Oppeln

In Opole ontmoetten we Ryszard (75), wiens familie uit Lwów afkomstig is. De Oost-Polen werden verdreven en kwamen in het huidige West-Polen terecht, het Duitse Oppeln werd Opole. Behalve koffers met ellende namen de Polen een aantal gebruiken met zich mee; zoals de hardnekkige gewoonte zonnebloempitjes te peuzelen als je tijd doodt met je vrienden – wat ze in Silezië precies zo doen als in Galicië. Ook verhuizen zit inmiddels in de genen. Emigreren, bewegen, je heil elders zoeken, ontworteld als je bent. Ryszard deed dat niet. Hij blijft. Hij onderneemt wel! Dit voorjaar opende hij een pannenkoekenrestaurant, pal aan de Odra, in een voormalig Duitse uitspanning met authentiek Duits glas in lood. Empfehlenswert, gorąco polecam!

zondag 23 juni 2013

Lopende band

<< Alle jongeren willen weg. Ze denken er niet aan om hun toekomst te bouwen in Opole. Hun ouders verdienden hun geld immers ook over de grens? Opole ligt in Opper-Silezië, waar veel mensen al voor 2007 een Duits paspoort bezaten - dit deel van Polen was vroeger Duits. Hierdoor was het voor hen al begin jaren 2000 mogelijk om in Duitsland of Nederland aan de slag te gaan. De jongeren volgen het voorbeeld van hun ouders: niet zelf ondernemen - met alle risico's vandien - maar liever snel geld verdienen in Nederland. De 'babyboomgeneratie' van na de omwenteling (1990) studeert nu af, is ambitieus en hoogopgeleid... maar gaat vervolgens aan de slag in een slachterij of aan de lopende band in Nederland. Luister naar de reportage

zaterdag 22 juni 2013

Jeugdwerkloosheid in Europa

Samen met econoom en journalist Malgorzata Bos-Karczewska verdiepte ik me de afgelopen weken in het thema jeugdwerkloosheid. In het Poolse stadje Opole (waar het merendeel van de Poolse arbeiders in Nederland vandaan komt) wordt de problematiek van de werkloze jeugd samengevat. Hoogopgeleide jongeren zijn er kansloos. Er is geen werk, en als dat er wel is krijgen ze zeer slecht betaald en hebben ze nauwelijks zekerheid. Dus zijn ze een dankbare prooi voor Nederlandse werkgevers. De stad barst van de uitzendbureaus, waar je alleen maar even naar binnen hoeft te lopen. De uitstroom is niet alleen dodelijk voor de regio Opole, maar ook funest voor hun eigen toekomst. Meer op Polonia.nl en hier (foto's: M. Bos-Karczewska) LUISTER REPORTAGE

woensdag 19 juni 2013

Jong

Of het vroeger beter of slechter was? We waren jong! Al die jaren ploeteren in de kolchoz? We waren gezond! Tien jaar lang met je blote handen kool uit steen selecteren? We waren sterk! Toen de Sovjet-Unie ophield, waren we al oud geworden. Het land van de kolchoz werd verdeeld, maar op een oneerlijke manier. Het land ging niet naar degenen die het verloren hadden, maar naar degenen die op de kolchoz hadden gewerkt. Het stuk grond wat mijn ouders is afgenomen kreeg ik niet terug. In de nieuwe tijd moet iedereen voor zichzelf zorgen. De generatie die nu jong is wil niet meer op het land werken. Het liefst vertrekken zij, naar een land waar toekomst is. (Lida, 65 jaar, juni 2013)

dinsdag 18 juni 2013

De Kolchoz

“Kijk, op deze foto was ik zestien jaar. Ik was een mooi en gezond meisje. We waren gelukkig in de Poolse tijd. We hadden een boerderij met veel dieren. Maar toen kwamen de Sovjets. Zij namen al onze paarden, koeien, kippen en werktuigen mee naar de Kolchoz, de collectieve boerderij. Mijn ouders huilden. We mochten maar één koe houden. Omdat we ‘rijke boeren’ waren, wilden ze onze hele familie naar Siberië sturen. Mama smeekte hen dat niet te doen. Ze liet haar handen zien: ‘We hebben altijd hard gewerkt met onze blote handen!’. Tot mijn pensioen werkte ik op de Kolchoz. Iedereen hield van me, omdat ik graag hard werkte. Het was een moeilijk leven. Nu wacht ik met mijn stok op de dood.” (Lydia, 90 jaar, juni 2013)

maandag 17 juni 2013

Mannen

Oksana’s leven draait om mannen. Haar eerste herinneringen gaan over ruwe soldatenarmen die het kleine meisje optillen en te eten geven – nee de Duitse soldaten waren niet slecht. Haar eerste man is Slavik, een noeste mijnwerker. Een goede echtgenoot, tot hij aan het drinken slaat en ze van hem scheidt. Haar tweede man is Mikola, die eigenlijk te lief is voor haar. Hij overlijdt veel te jong. Haar derde man heet ook Mikola. Hij is klein maar oersterk en heeft veel temperament. En hij heeft een reusachtig paard van liefst achthonderd kilo. Maar hij krijgt kanker en overlijdt. Tijdens het ochtendmaal - kip, vers brood, ham, frisse salade en wodka - bezweert ze me: “Wees geduldig tegen je vrouw. Vergeef haar, en zorg voor vrede in je familie.”

zondag 16 juni 2013

Vasja

Toek-toek-toek. Een geluid als een strohalm, op de rand van waarneembaarheid, in worsteling met gesjirp van weidevogeltjes, gebrom van kleine vliegjes. Het is warm. Onze voeten ploegen door hoog gras, dringen binnen in het decor - waarin de gruisberg van ‘Kolenmijn Nummer 9’ als baken dient, omzoomd door een bosje en een paar van die godverlaten huisjes. Pas als de tractor erin slaagt de glooiing te overwinnen, krijgt waan vorm van werkelijkheid, ketent het geluid zich vast aan onze trommelvliezen, prent de rode kleur zich in onze lenzen. De tractor is een Zetor, van Tsjecho-Slowaakse makelij. De man heet Vasja. Al veertig jaar zit hij op de tractor. Hij werkt voor de plaatselijke kolchoz, die hij nog steeds kolchoz noemt.

zaterdag 15 juni 2013

Kind

“Echt kind ben ik nooit geweest. Het was 1946, de Sovjets hadden hier de oorlog gewonnen. De Oekraïense partizanen, de ‘Banderitsi’ vochten vanuit de bossen een felle guerrillastrijd tegen hen. Dat mijn vader in het Sovjetleger had gediend - hij zat op dat moment in een Duits krijgsgevangenkamp - werd ons noodlottig. Op een dag kwamen Oekraïense partizanen het erf op. Ze sloegen mijn moeder in elkaar. Twee weken later stierf ze. Ik was acht jaar oud, mijn broertje vijf. We hadden alleen elkaar, het huis en een koe. Altijd hadden we honger, maar door hard te werken bleven we in leven. Van mijn vader hoorden we niets meer. Overal hebben we hem gezocht. Ik zoek hem nog.” (Vira, 75 jaar, juni 2013)

vrijdag 14 juni 2013

Novovolynsk

Kom, laten we iets nieuws beginnen! Laten we al die culturen, talen en religies nu eens terzijde schuiven. Oorlog en nationalisme afzweren, de klassenstrijd voorbij. Wij herschilderen de totempaal van de volkeren, in strijdbaar rood. We vatten de mens, en bekijken hem nuchter zoals hij is. Een nuttig wezen, ten dienste van de maatschappij, de vooruitgang. Kom mensen, het barst hier van de ondergrondse rijkdommen. Laten we een nieuwe stad bouwen, om de mijnwerkers te vestigen. Laten we de arbeiders  verheffen in Paleizen van de Cultuur. Hun vrouwen sterk maken door onderwijs, hun kinderen opvoeden als ware pioniers. Optimisme zal zegevieren, wij zullen laten zien waartoe de mens in staat is.

donderdag 13 juni 2013

De droom van Lydia

"Dit is Petro. Mijn jongen. Soms droom ik nog over hem. Ik was zestien jaar, ik was mooi en gezond. We hadden een boerderij met koeien en paarden. Toen brak de oorlog uit. De Duitsers namen Petro mee. Hij moest werken in een fabriek. Vanuit Duitsland schreef hij me vijf brieven. Telkens drong hij er op aan dat ik komen zou. Dat ik ook zou zien hoe goed zij leefden. Maar ik durfde niet. Toen de Russen kwamen, werden ons alle dieren afgenomen. Bijna werden we naar Siberië afgevoerd. Tot mijn pensioen werkte ik op de kolchoz. Hard werken, met blote handen. Trouwen wilde ik niet. Petro heb ik nooit meer gezien. Behalve in mijn droom. Die gaat over hele mooie dingen. Over hoe het zou zijn als we samen zouden leven." (Lydia, 90 jaar, juni 2013)

woensdag 12 juni 2013

Mijnwerkers

Noordwaarts gingen we, four-wheel drive afwisselend met paard-en-wagen, richting Belarus. Eerst passeerden we Konovalets-grond, noeste boerendorpen met de zwart-rode vaandels, waar de mensen zich nog liever naar Siberië af laten voeren dan hun katholicisme af te zweren. Daarna hobbelden we langs de mijnschachten van Chervonohrad, die - op enkele na - gesloten zijn, waar de mensen nu leven van schimmige handeltjes over de Europese grens, die dichtbij was maar die je toch niet voelen kon. Ik dronk één wodka, “alleen op de gezondheid dan” met zonen van voormalige mijnwerkers. Tot besluit zagen we de zon ondergaan, vanuit een flatje, in een van de stadjes die ooit vanuit het niets voor de mijnwerkers werden gebouwd.

maandag 10 juni 2013

Kneden

Niemand had je grootvader iets gevraagd, toen hij op een dag op een truck werd geladen en in de flat werd gepropt. Tot dan was hij een vrij man geweest, die zoals alle Roma leefde in geïmproviseerde hutjes - zijn paard was zijn beste vriend. Helaas kreeg hij het dier niet zover de lift in te stappen, om hem te stallen in zijn tweekamerwoning. Vanaf het begin hanteerde de overheid de strategie om alle voorzieningen in de wijk te houden - school, winkel, dokterspost - en die duurt tot vandaag voort. Vanaf je derde tot je zesde zit je op de crèche, de školka waar Slowaakse juffen je liefdevol proberen te kneden, te boetseren, zoals de regering ooit met je grootvader probeerde. Vorm je naar ons mensbeeld, dan komt het ooit vanzelf goed.

zondag 9 juni 2013

Het Plein

Het Plein maakt de mens. Waar de Rus zichzelf verliest in leegte, vindt de Europeaan zichzelf juist terug op het stadsplein. Hij flaneert er, hij ontmoet er de ander, hij verdient er zijn brood. Zelden zag ik een menselijker plein als de Hlavna in Kosice. De hoofdstraat heet het, alsof het haar pleingehalte verdoezelen wil. Charmant en behoedzaam wijkt de huizenrij uiteen, als een oester die gewillig haar geheimen voor je ontsluit. Niet om ruimte te maken voor leegte, maar je te leiden naar de parel van de stad, tussen welig groen en klaterend water: de Heilige Elizabeth Kathedraal. Het middelste middelpunt, waar de zenuwen van de stad eindigen, waar het diepste geleefd en gevoeld wordt. Waar vanochtend Heilige Mis was, in oeroud Latijn.

zaterdag 8 juni 2013

Getto

Daar stond ik dan, middenin een van de grootste Romagetto's van Europa. Lunik IX in Kosice. Pas de derde taxi die ik aanhield wilde me er naartoe brengen. “Tot de rand, niet verder. M’n auto moet heel blijven”. Ik was er blij mee, want de wijk ligt aan het einde van de stad. Een getto? Ja, ik kan het niet anders omschrijven. Zevenduizend Roma leven in een krottenwijk met verdiepingen: aftandse flats, sommige omringd met een hopen vuilnis - zie deze fotoserie. Toch leidden de bewoners me vriendelijk rond in hun huizen. Ze klaagden over gebrek aan water en electriciteit, maar vooral over gebrek aan geld, werk en toekomst. Ook de Slowaakse welzijnswerkers - nadrukkelijk aanwezig in de wijk - stonden me welwillend te woord. Wordt vervolgd

vrijdag 7 juni 2013

Kosice

Ook in het oost-Slowaakse Kosice verdwenen de belangrijkste bevolkingsgroepen, de Hongaren, de Joden en de Duitsers. Maar ook hier verviervoudigde de afgelopen zestig jaar het aantal inwoners. Aan het begin van de Sovjetbezetting verrees een reusachtige staalfabriek. De Slowaakse arbeiders kwamen van heinde en ver naar de stad. Overal werden flats gebouwd, rond de knusse binnenstad en op de groene heuvels rondom. Die flats zijn inmiddels van pasteltintjes voorzien, afwachten is hoe lang de staalindustrie rendabel blijft voor de huidige eigenaar, US Steel. Op straat ontwaar je toch iets van een multicultureel Midden-Europa. Behalve Slowaaks hoor je Hongaars en Tsjechisch. En er zijn Roma, heel veel Roma – waarover morgen meer. 

dinsdag 4 juni 2013

Onder eigen dak

“Bijna negentig jaar na de val van de ‘Volkerengevangenis’ Oostenrijk-Hongarije, zijn de Tsjechen, Slowaken, Hongaren, Polen, Slovenen, Bosniërs en Kroaten waar ze wilden zijn. Was het aantal minderheden voor 1945 nog 25 procent, inmiddels is dat gezakt tot 10 procent, met uitzondering van Slowakije. Het laat zien dat hoewel de Donaumonarchie in 1919 uiteen spat in nationale staten vol grote minderheden, al die staten er gaandeweg in slagen het grootste gedeelte van hun 'ordeverstoorders' te verbannen, uit te wijzen en te deporteren. (..) Inmiddels heeft, net als in West-Europa, vrijwel ieder volk in Midden Europa een eigen dak boven het nationale hoofd. Ieder ademt zijn eigen lucht.” (journalist Ralf Bodelier, 2003)

maandag 3 juni 2013

Omhoog getild in de nacht

Het was diep in de nacht. De trein stond stil. Alle mensen sliepen, net als ik - mijn knuffelbeer naast me. Alleen papa was wakker. Hij probeerde een foto te maken. Dat was lastig, want het was pikdonker en fotograferen bij de grens is verboden. We gingen van de voormalige Sovjet-Unie Europa in, waar het spoor net iets breder is. Daarom moet bij elke trein die de grens passeert de onderkant worden vervangen. Anderhalf uur lang was deze man aan het schroeven onder onze coupé. Toen hij eindelijk klaar was, zette hij een hendel om. De complete trein werd enkele meters omhoog getild, met mij en alle andere slapende mensen erin. De man keek tevreden toe, en stak de sigaret aan die al die tijd in zijn mondhoek had gebungeld.

zaterdag 1 juni 2013

Diep water

Het is Ochtend. Ik staar naar de regen en ik ben weer kind. Regendruppels beroeren de blaadjes, als natte vingers pianotoetsen. Ik krul mezelf in de klanken, voel de druppels zwellen en leeglopen, ik hoor hoe zij in rijke variatie te pletter slaan op het golfplaten dak. Langzaam klimt mijn blik naar boven. Daar, ergens in het grijze nat van het wolkendek moeten wij zijn ontstaan - zoals jij rook naar diep water toen je geboren was. Even verlang ik ernaar een bad te nemen in mijn eerste jaren, te spartelen in de eeuwige regenzondagen van toen... Dan krijg ik plotseling haast. Ik grijp naar mijn paraplu. Ik ga op reis met je. Naar een ander land, vol muziek en vol dromen. Om de hele week jouw ogen te gebruiken. De ogen van een kind.

Waarom Lviv?

Mijn foto
Lviv - Lvov - Lwów - Lemberg - Leopolis, Galicië, Ukraine
Lviv is het centrum van alles. Wie het aandurft in de spiegel van Lviv te kijken, zal misschien Europa kennen. De inwoners van Lviv zijn Europese burgers onder een Moskou-gezinde regering. Zij zijn katholiek en pausgezind, maar leven naar de oosterse riten. Hier wonen voormalige Sovjetburgers in de teloorgang van Weense architectuur. Hier zijn de bouwlieden van de rijkdom - Polen en Galicische joden - van de aardbodem weggevaagd. Maar de gebouwen staan er nog, op de grove kartelrand van het westerse Europa – in het grensland bij uitstek: Oekraïne. Het zijn Europeanen die hier wonen. In de angstvallige hoop dat hun Lviv - na het EK Voetbal 2012 - opnieuw de poort naar het Oosten zal worden. In Lviv kijk ik in de spiegel. Zal ik verhalen over wat ik zie. Op deze blog, met filmpjes, in kranten, weekbladen en op de radio. Over de dramatische geschiedenis, het moeizame heden, maar ook over grote verwachtingen. Over de omgang met erfgoed, de nabije grens met Europa, het harde bestaan en... wat we eigenlijk met hen te maken hebben, met die Oekraïners. Of zij met ons. Hoe dan ook, met het oog op Lviv/Lemberg richt ik de blik op Europa.. op onszelf.

Twitter

Volgers